KADE

See

Ik zie een tafel, ik zie zwarte bureaustoelen, ik zie papier met tekst er op, ik zie gele post-its op het papier, ik zie buizen, ik zie een stukje hout, ik zie een groen boekje dat op de tafel ligt, ik zie een rood dopje, ik zie barcodes, ik zie een afvoerputje, ik zie een koptelefoon, ik zie wieltjes, ik zie stempels op de tafel, ik zie een bruin tafelblad, ik zie een spookje, ik hoor gelach en ik hoor scheten.

Think

Ik denk dat het sprookje bipolair is. Ik denk dat er een vergadering is geweest tussen de spoken die op de stoelen zitten. Ik denk dat kleine spook op de grond buitengesloten wordt. Ik denk dat de kleine spook zielig is. Ik denk dat de kleine spook darmklachten heeft. Ik denk dat het afvoerputje verstopt zit. Ik denk dat de stoelen niet lekker zitten met door het papier. Ik denk dat het papier te groot is voor de stoelen. Ik denk dat de stoelen kraken. Ik denk dat de teksten op het papier zich alleen voelen. Ik denk dat de koptelefoon het afvoerputje verstopt laat raken.

Wonder

Ik vraag me af waarom er papier ligt op de stoelen. Ik vraag me af waarom er post-its op het papier zitten. Ik vraag me af of het spook onder de tafel zich alleen voelt. Ik vraag me af waarom de spook scheetjes laat. Ik vraag me af of de stoelen lekker zitten ondanks het papier. Ik vraag me af waarom de tafelpoten gemaakt zijn van buizen. Ik vraag me af of de buizen met elkaar verbonden zijn. Ik vraag me af of de spoken op de stoelen door hebben dat er een klein spook onder de tafel ligt. Ik vraag me af of de spoken op de stoelen het gezellig hebben. Ik vraag me af of het kleine spook veel last heeft van zijn of haar darmklachten.